donderdag 24 maart 2011

Tanzania

Sinds de vorige keer zijn we de grens overgestoken naar Mozambique. Gelijk viel op dat de wegen hier veel slechter waren, en dat de mensen hier echt alleen Portugees spraken.
We zijn niet lang in Mozambique gebleven. We hebben er 3 dagen over gedaan om bij de kust te komen en daar aangekomen hebben we onze eerste duiken gemaakt.



Helemaal uitgerust konden we op weg naar Tanzania

We wisten dat de veerboot die je normaal over de rivier naar Tanzania zou brengen al een tijdje geleden was gezonken. We hadden verschillende verhalen gehoord over een splinternieuwe brug die waarschijnlijk ondertussen wel klaar zou moeten zijn, alleen kon niemand ons precies vertellen waar.
Op goed geluk vertrokken we naar het noorden. Na 2 dagen rijden kwamen we aan bij een grenspost (tevens woonkamer, slaapkamer en bar) die ons ervan verzekerde dat de brug inderdaad af was, we waren er zelfs nog maar 100km vandaan.
Omdat in Mozambique het regenseizoen was begonnen was de weg grotendeels verdwenen. Het onvermijdelijke gebeurde, we kwamen vast te zitten.

Er kwamen gelijk wat lokale swahili sprekende mensen aan die ons voor wat geld maar al te graag wilden helpen. Optimistisch als we waren legden we uit dat we het zelf wel voor elkaar zouden krijgen. Na een half uur hadden we het alleen maar erger gemaakt en besloten we toch maar gebruik te maken van de lokale hulp.
Uiteindelijk hebben 30 mannen/vrouwen 3 uur gegraven, geduwd en geploeterd om ons uit de modder te krijgen.


Toen we de hele crew na hard onderhandelen omgerekend 10 euro hadden betaald voor hun werk ontstond er spontaan een soort volksfeest in de modder. (10 euro gedeeld door 30 mensen gedeeld door 3 uur is dus 11 cent per uur. We hoeven niet uit te leggen dat we hier dus zwaar werden afgezet.)
oja, Jeroen, dit is jouw seintje. Ons rekeningnummer is: 590978640, Dankje!

Eenmaal in Tanzania zijn we naar de hoofdstad Dar-es-salaam gereden om Brutus van wat onderhoud te voorzien, hij heeft zich de eerste 10.000km keurig gedragen. Vandaar dat we hem hebben verwend met nieuwe banden, nieuwe olie en filters en een gerepareerde koelkast. Na een flinke wasbeurt kon hij er weer tegenaan.


Na al dat harde werk hebben we onszelf getrakteerd op 2 dagen Zanzibar, een prachtig koloniaal eiland waar de Arabische invloeden al duidelijk zichtbaar zijn.




Het volgende doel was om naar het bekende wildpark de ‘Serengeti’ te rijden. Goedkoop als we zijn wilden we door om te rijden de park entrance fee van het park dat er voor lag voorkomen.
Om duidelijk te maken wat ons toen overkwam moet er even iets over Tanzania uitgelegd worden.
Op dit moment is het land in de ban van een medicijnman die in de bergen woont en een medicijn verkoopt dat werkelijk alles geneest, van HIV tot diabetes. (Door een local is ons verteld dat het grappig genoeg eigenlijk net als water smaakt, hij voelde zich wel al veel beter)
Dit heeft tot gevolg dat werkelijk elke Tanzaniaan een slokje wil gaan halen, en de weg erheen is een van de slechtste die we tot nu toe hebben meegemaakt. En laat dat nou net de weg zijn die wij kozen voor onze omweg.
We hadden berekend dat we zo’n 5 uur over deze omweg zouden doen. Na 2 volle dagen rijden over de meest verschrikkelijke wegen waar volledige lijnbussen tot krakkemikkige brommertjes vol met mensen glibberige heuvels en rivieren proberen te overwinnen waren we bijna klaar om om te keren.


De kapotte auto’s langs de weg waren niet te tellen en vaak kon je door het aantal kampvuurtjes ernaast zien hoe lang ze er al stonden.
Gelukkig kwamen we toen iemand tegen die engels sprak (en net van zijn HIV was genezen) die langs de Serengeti naar huis zou rijden en ons de weg kon wijzen.

De route ging door het land van de Masai-strijders, lange dunne negers in rode gewaden met pijl en boog. Toen we 3 van deze strijders langs de weg zagen liften hebben we ze natuurlijk meegenomen. De Masai op het dak, en terwijl ze ons hun speren toevertrouwden gingen we weer op weg.



In de Serengeti hebben we nog een mooie safari gedaan.


Aan het eind van de dag hebben we op het dak van Brutus met een biertje, uitkijkend over de zebra’s onze avonturen overdacht.

Oja, na deze onderste foto is Paul trouwens niet meer gezien. Mocht je iets van hem horen mail naar: IDontCare@hotmail.com



vrijdag 4 maart 2011

Malawi

Hallo iedereen,
Sinds ons laatste bericht zijn we nog een paar dagen in Livingstone gebleven, onder andere voor de lunar rainbow. We hadden hem bijna gemist omdat niemand eraan had gedacht dat hij ‘s avonds aan de andere kant van de brug zou zitten i.p.v. aan de kant van de waterval. Gelukkig was er een duitser die nog even zijn blaas wilde legen voordat we teruggingen en riep: “hey! It’s here!”.
Het was apart om te zien en het was het zeker waard maar het was niet op foto te zetten dus jullie zullen ons moeten geloven.
In Livingstone zijn we nog naar een krokodillenfarm geweest die werd gerund door een 84jarige schot die ons zwoor dat krokodillenvet kanker én aids geneest. En dat het een kwestie van tijd was tot de wetenschap erachter zou komen.


Ons volgende doel was Malawi. De eerste avond op weg erheen hadden we een mooie plek gevonden om te bushcampen. ’s Avonds hoorden we al trommels en zijn we gaan kijken wat er aan de hand was. Het bleek een oefening voor de kerkdienst van de volgende morgen. De kampoudste nodigde ons uit om deze bij te wonen.
De volgende morgen stonden we bij het dorpje (5 plaggenhutten) en werden we door een vrouw zonder tanden naar de kerk geleid. De kerk was een hutje van klei ongeveer 15m2 groot waar we op de gekleide bankjes plaats mochten nemen. De dienst zelf was zoals we hoopten, veel getrommel, gezang en gedans. Erg mooi om mee te mogen maken.


De grens naar Malawi was een eitje, het was zelfs gratis.
Het land Malawi op zichzelf is schitterend, de helft van het land bestaat uit een enorm meer en dat wil zeggen dat malawi voor een groot deel uit strand bestaat. De mensen zijn erg trots dat ze bekend staan als de vriendelijkste mensen van Afrika. Het eten is er goedkoop, maar de diesel duur ($2) en vaak niet te koop in de pompstations.
We zijn een paar dagen in de hoofdstad Lilongwe geweest waar we hebben genoten van de ‘kruiden’ waar Malawi in Afrika bekend om staat.
Hierna zijn we naar het meer gereden en kon de strandvakantie beginnen.



Hier maakten we nog de beginnersfout om ons ontbijt niet op te ruimen


Lake Malawi word vooral gebruikt om te vissen. Als de vissers aanleggen kan je je verse avondeten kopen.


Wat je in Afrika ook veel ziet zijn Rastafari’s meestal zie je ze niks doen en daar zijn ze extreem goed in. Wel kan je met ze lachen en je wordt meestal uitgenodigd om erbij te komen zitten.


Brutus heeft ondertussen zijn eerste griepje te pakken. Gelukkig worden Afrikanen geboren als monteur.

Hierna hebben we afscheid genomen van onze Israeliers en zijn we met zijn tweëen verder gegaan
In het noorden van Malawi hebben we een van de mooiste wegen tot nu toe gereden. Zo’n 80km off road over de rotsen en door de bergen. Tussendoor kwamen we langs watervallen waar we onder leiding van 3 lokale peuters een klim hebben gemaakt door de jungle. Klimmen houden we allebei van maar hier werden we even door de 3 berggeitjes op onze plek gezet. We zouden zweren dat ze een antislip-laag onder hun voeten hadden!
De watervallen waren wel prachtig om te zien.






En in tegenstelling tot wat Paul heeft rondgemaild probeer ik NIET met de kleine neger te zoenen op de eerste foto...
We zitten nu in het zuiden van Malawi en zijn nog even aan het strand de moed aan het verzamelen om richting Mozambique te reizen. Snorkelen helpt.