woensdag 16 februari 2011

Safari!

Sinds de vorige keer dat we iets hebben geplaatst hadden zijn we de grens overgestoken naar Botswana.
Gelijk werd het landschap mooier, groener en echt afrikaans.
We zijn naar Maun gereden, in de Okavango delta, een groot moerassig natuurgebied. De bedoeling als echte toerist was om ons een dagje te laten rondvaren in een traditioneel bootje, maar na het zien van de prijzen voor dit toeristische uitstapje hebben we besloten ons op een andere manier te vermaken.
Het stadje maun lag op zo'n 12km van onze camping en omdat we toch al vroeg waren opgestaan zijn we er op onze slippertjes heen gewandeld. We kregen al snel door dat het voor 2 blanke jongens niet de bedoeling was want elke taxi toeterde naar ons en elke andere blanke bood ons een lift aan. Wel was het voor ons allemaal mooi om te zien.
Die avond deden we onze eerste poging tot uitgaan in Afrika met de piloten die normaal de toeristen over de delta vlogen. Erg leuk en omdat het hier voor middernacht al dichtgaat doet iedereen zijn best op tijd dronken te zijn.


Op de terugweg van de bar (voor ons een uur lopen) werd ons zoals het hoort door een andere blanke een lift aangeboden. Graag! maar toen we in de Volkswagen Polo keken bleken er al 5 flinke kerels te zitten.
Er werd ons uitgelegd dat je in botswana dan de achterklep open zet en dat je als passagier 6 &7 de beentjes over de straat laat bungelen. Ja, ook met 100km/h over een zandweg... duh...


Hierna besloten we naar de zoutpannen van Botswana te rijden (sommige van jullie zullen ze kennen uit de Topgear Botswana special)
Bij het vragen naar de route werd ons eerst gevraagd of we wel gps en een 4x4 hadden. "tuurlijk!"
20 minuten later waren we zo erg verdwaald dat we blij waren toen we een plaggenhut tegenkwamen waar de aardige boer ons in ruil voor een pen vertelde waar we de weg naar de zoutpannen konden vinden.
Na zo'n 2 uur rijden door struikgewas veranderde de bosjes ineens in een enorme open vlakte waar tot onze verbazing minstens duizend zebra's stonden te grazen!



De zoutpannen zelf waren mooi om te zien, grote uitgestrekte vlaktes met... niks eigenlijk..
Op de terugweg kwamen we weer langs de zebra's en besloten we van die grote vlakte onze camping te maken en hebben we onze tent daar opgezet.


Nu werd het dan eindelijk tijd voor de echte safari! Bij de grens van Botswana hebben we 2 parken bezocht en werden we gelijk getrakteerd op allerlei soorten wild. We verschillen nog steeds van mening over wat te doen als een olifant met zijn oren wapperend en trompetterend op je af komt. Paul is van mening dat je alles over moet hebben voor die éne foto.. Roland niet.












Omdat we verhalen hebben gehoord over dat Zimbabwe erg duur is hebben we besloten over Zambia te gaan, op een camping vlakbij de grens hebben we 3 lichtelijk gestoorde israelische soldaten ontmoet die op de zelfde manier reizen als wij. We reizen nu dus een tijdje met zijn 5en en het bevalt goed.

We hebben nu onze eerste echte grens gehad (Botswana-Zambia) wat inhoud dat we lang moesten wachten, veel dingen betalen die je niet begrijpt en constant tussen de 10-15 mensen om je heen die verschillende redenen hebben waarom je ze geld zou moeten geven. Maar al met al stond brutus op de veerpont en konden we weer een landje afvinken.

Van meerdere kanten kregen we ondertussen te horen dat ons tempo te hoog lag, wat ook wel klopte. Dus hebben we besloten om het wat rustiger aan te doen en in Livingstone, Zambia een 'vakantie' in te lassen.
We zitten nu in een gezellig hostel en gaan nu vaak uit. Van hieruit hebben we uiteraard de Victoria falls bezocht. Erg indrukwekkend en als je dichtbij staat is het net alsof je in een enorme hoosbui terecht bent gekomen alleen gaat de regen hier omhoog. Hoe dan ook, in 10 seconden waren we doorweekt.



Avontuurlijk als we zijn gingen we van de paden af en klommen we een stuk over rotsen om zo dicht mogelijk bij de rivier te komen totdat we op een rots stonden zo'n 10 meter van de afgrond van de waterval. Iedereen die ons kent weet dat wij gevaar recht in het gezicht uitlachen en vanuit die gedachte leek het ons dan ook een goed idee om de zwembroek aan te trekken. Oja, de waterval is trouwens 106m diep.

 
Vanuit Livingstone zijn we nog een paar dagen naar het noorden gereden voor een safaripark. Als safaripark viel het ons erg tegen, we hebben in die dag 1 impala en 2 baboons gezien, ook waren de wegen erg slecht en ondergelopen met water.We waren toch met 2 autos dus besloten we het maar als een groot 4-wheel-drive park te zien.
Aan het einde van de dag hebben we elkaar 5 keer uit het moeras moeten trekken, de zandladders nodig gehad en onze scheppen kunnen gebruiken maar wel een mooie dag gehad! (sorry papa van Roland, we maken Brutus snel weer schoon)


Op dit moment zijn we weer terug in Livingstone omdat we hebben gehoord dat met volle maan (deze maand vrijdag de 18e) er bij de Victoria falls de enige 'maanregenboog' in de wereld te zien. Romantici als wij zijn willen wij die natuurlijk niet missen. Hierna zullen we rustig aan richting Malawi trekken.

Met ons gaat dus nog steeds alles goed. Met pijn in ons hart melden we dat paul zijn boek en zijn slippers op verschillende plaatsen heeft teruggevonden evenals het 50-dollarbiljet dat uit Rolands zak was gevallen. En Roland is tot nu toe maar 1x met de autosleutels in het Zwembad gesprongen. Er word ernstig overlegd of de verantwoordelijke taken niet naar Paul geschoven zouden moeten worden...
Het weer is gelukkig een stuk milder op het moment met een aangename 36graden.

Tot de volgende keer!

dinsdag 1 februari 2011

It's on (nu echt)

Yes! We zijn onderweg!
Na een emotioneel afscheid tussen Rolands ouders en de sleutels van Brutus zijn we op weg gegaan.

De auto volgeladen met eten zijn we op goed geluk naar het noorden getrokken. Tegen een uurtje of 5 besloten we Brutus aan het werk te zetten door de mooie asfaltwegen om te ruilen voor de ‘dirt roads’ om aan de kust een plaatsje te vinden om te kamperen.
Natuurlijk de afstand verkeerd ingeschat kwamen we tegen de schemer aan bij de kust en keken we elkaar al een beetje angstig aan: Nu nog een camping zoeken in dit verlaten stuk zuid-afrika…
Hier kwam de ware reden tevoorschijn waarom Paul mee was, het eeuwige geluk!
Alsof het afgesproken was reden we ineens een oase in waar we onze auto aan het strand konden parkeren, te mooi! Nog net op tijd om de een biertje uit de koelkast te pakken en de zon in de zee te zien zakken. Na een praatje met de buurman bleek de camping nog eens gratis ook! Als je maar wist van welke douchegebouwen het slot altijd open was.

Op naar Namibië!
Onze eerste grens ging soepel, een beetje betalen en een beetje lullen terwijl we onze vingers gekruisd hielden, hopend dat ze niet zouden zien dat ons auto-paspoort eigenlijk pas 1 februari inging.
Namibië is een apart land, in het zuiden lijkt het net of je over de maan rijdt en je kunt uren rijden zonder iemand tegen te komen. Dus dat deden we dan ook maar.

Na een aantal uur hadden we onze hoop gezet op een camping die we mooi rond 6 uur zouden bereiken, toen we hier aankwamen was het duidelijk dat deze camping zijn laatste gasten een aantal jaar geleden had gezien. Daar gingen we weer, tegen de schemer, geen camping, en de temperatuur van 43 graden begon wel gelukkig een beetje te zakken.
Toen we nog steeds vanaf de middag geen auto waren tegengekomen besloten we dat ons weinig kon gebeuren en namen we een kijkje achter een van de heuvels die we tegenkwamen. Eigenlijk was dit best cool, en we hadden onszelf beloofd dat we zo snel mogelijk een keer wild gingen kamperen.
Toen het donker werd en we ons prakje op het vuur hadden gestaan, was het toch wel heel erg cool om daar helemaal alleen midden in de woestijn te staan! ’s Nachts natuurlijk nog even met onze nachtkijker gespeeld. Onze eerste wildkampeerervaring was alvast een succes.



De volgende ochtend werden we onchristelijk vroeg ons bedje uitgebrand dus gingen we maar gelijk weer op weg. Voor het eerst ons leven keken we elkaar aan en bekenden we elkaar dat we ons nu na 2 dagen in het stof met 40+ graden toch wel echt een douche zouden willen. Toen wisten we nog niet dat het weer tijd was voor een beetje paul-magic.
Midden op het pad verscheen ineens een groot hek met een bewaker. Al snel begrepen we dat we zo’n 20 km terug een verkeerde afslag hadden genomen en nu voor het hek van een luxe vakantie resort stonden. Vanuit onze ooghoeken zagen we het grote zwembad een stukje verder op het terrein… Dus na een ‘kijkje’ te hebben genomen in het zwembed dat ontstond uit een natuurlijke heetwaterbron en zo min mogelijk aan de gasten te laten zien dat we onszelf aan het schrobben waren konden we weer schoon en fris op weg.


Na een paar dagen rondrijden en sightseeing waren onze voorraden en cash geld aan het opraken. En het nadeel van Namibië is dat ze nergens ook maar iets hebben… Na een tip van een gids besloten we om 160km de andere kant op te rijden omdat daar iets moest zijn dat op een dorpje zou lijken.


Met onze portemonnees weer gevuld en de koelkast vol reden we door een klein dorpje waar een eenzame frans/amerikaanse lifter genaamd Steven die we van onze vorige camping herkende in de brandende zon stond te wachten op auto’s. We konden het niet over ons hart verkrijgen om door te rijden dus boden we hem een plaatsje aan op onze koelkast. Het was niet zijn dag want toen hij zijn backpack wilde pakken die 100m verderop lag bleek deze gejat. Vanaf toen hebben we 3 dagen met zijn drieen gereisd en veel gelachen.
Niet lang nadat we hem hadden opgepikt hadden we het genoegen om kennis te maken met het afrikaanse fenomeen dat heet: lekke band.
Na wat op en neer gekrik in de hete zon :S konden we met de reserve band weer op weg.

Het leuke aan rijden in afrika is dat er onderweg vanalles kan gebeuren, Afgezien van het wild dat op elk moment kan oversteken (we hebben geteld: stokstaartjes, struisvogels, bavianen, antilopen, leguanen, zebra’s en zelfs een giraffe)


Er was nog 1 ding dat we absoluut moesten zien in Namibië, de Zandduinen van Sossusvlei.
Hiervoor moesten we om 5:15 ’s ochtends bij klaarstaan bij het hek van het park om vervolgens naar de duinen te racen om op tijd naar boven te klauteren voor de beroemde zonsopgang bij de zandduinen. Het omhoog lopen was oprecht zwaar maar zeker de moeite waard! Het is vroeg in de reis maar we vonden dit dé kans om een belofte bij Jo ‘the ho’ te verzilveren.( Oja, 6:30 ’s ochtends is geen tijd voor sigaren noch rum!)




Vanaf hier hebben we bedacht om rustig aan richting Botswana te gaan reizen.
Verder gaat hier alles goed maar we hebben het ook wel zwaar, we moeten door de hitte best vaak lang in het zwembad blijven en gister hadden we allebei trek in Burger King, maarja, dat ging dus niet… ;)
Oja, Paul is inmiddels ook zijn leesboek en zijn slippers kwijtgeraakt.

P.s. klopt het dat het weer vriest in Nederland?